Voor het vertaaltijdschrift Filter schreef ik een blog over het vertalen van de poëzie in de achttiende-eeuwse Chinese klassieker:
https://www.tijdschrift-filter.nl/webfilter/vrijdag-vertaaldag/2021/week-50-silvia-marijnissen/

Chinese literatuur in Nederlandse vertaling 华语文学荷译
een blog van Silvia Marijnissen
Voor het vertaaltijdschrift Filter schreef ik een blog over het vertalen van de poëzie in de achttiende-eeuwse Chinese klassieker:
https://www.tijdschrift-filter.nl/webfilter/vrijdag-vertaaldag/2021/week-50-silvia-marijnissen/
Ik schreef dit keer een blog voor het platform China2025, over de poëzie van de vorig jaar overleden Taiwanese schrijver Yang Mu. Over zijn werk wordt wel gezegd dat het de perfecte versmelting is van Chinese én westerse tradities. Hij was bij uitstek een dichter die volledig aansloot op het aloude Chinese adagio: ‘Poëzie verwoordt wat het gemoed bezighoudt’ 詩言志
Lees het hier:
De oogst met Nederlandse vertalingen van Chinese literatuur is dit jaar schraal: één bundel verhalen van Zhang Yueran, één dichtbundel van de Taiwanese Yang Mu, en een uitgebreide selectie “Dertig eeuwen Chinese poëzie“. En dat terwijl het toch zo langzamerhand misschien wel tijd wordt dat we eens wat meer van dat grote land gaan begrijpen.
Voor het NRC schreef ik in het voorjaar een recensie van Zhang Yuerans “Tien liefdes”:
Er verschijnt maar bar weinig Chinese literatuur in Nederland, wat best opmerkelijk is, gezien de enorme opmars die China maakt en de massale belangstelling voor Ruben Terlouws reizen door China. Maar gelukkig bracht De Geus onlangs een verhalenbundel uit van de schrijfster Zhang Yueran, en wat voor een!
Tien liefdes heet die bundel en daarin draait het om, dat zal niemand verbazen, de liefde. Geen romantische liefdes met een goed eind, maar eerder moeizame, traumatische relaties van jonge vrouwen die zichzelf volledig wegcijferen voor hun echtgenoot, hun ridder op het witte paard – of voor het beeld dat ze hebben van een gelukkige liefde, want zo ridderlijk zijn die mannen niet. Exemplarisch is ‘Harp en witte bottengeest’, het kortste, sterkste én mooiste verhaal, waarin een muzikant een harp maakt van de prachtige, witte botten van zijn vrouw, die zij liefdevol aan hem afstaat; hij is immers een kunstenaar, haar liefde!
Zhang Yueran lijkt haar lezers aldus een spiegel voor te willen houden van de sterk patriarchale maatschappij waarin ze leeft, en waar ook wij in Europa nog altijd mee te maken hebben, zij het minder extreem. De boodschap is duidelijk: kijk wat je jezelf aandoet als je je grenzen niet stelt en jezelf blijft opofferen. Een heel herkenbaar fenomeen dat Zhang hier dan wel toespitst op man-vrouw verhoudingen, maar dat je natuurlijk overal aantreft waar machtsverhoudingen zijn, ook tussen een baas en een werknemer bijvoorbeeld.
Dat Zhang er ondanks die tragische inslag in slaagt de verhalen niet zwaarmoedig te laten worden heeft alles te maken met haar montere en absurdistische, soms zelfs wat surreële of sprookjesachtige stijl. In sommige gevallen heeft haar benadering wel wat weg van de traditionele wonderverhalen zoals die van Pu Songling (17e eeuw), waarin bijvoorbeeld vrouwelijke vossengeesten opduiken om arme, ijverige mannen te verleiden en uit te zuigen, maar over het algemeen spelen Zhangs verhalen zich af tegen een weinig cultureel bepaald decor en maken een erg internationale indruk, mede door personages als Vincent van Gogh en Pinokkio.
In de verhalen over de laatste twee laat Zhang zich ook van een originele, humoristische kant zien, want wie laat er nou een zonnebloem verliefd worden op Vincent van Gogh? En in ‘De bloem op de neus’ is de neus van een gemene, berekende Pinokkio zo lang gegroeid dat hij alleen nog kan liggen. Zhang gaat inventief en origineel met haar materie om; nooit is ze voorspelbaar en het einde is altijd een verrassing.
In zekere zin kun je het werk van Zhang Yueran, die nog geen veertig is, een verademing noemen ten opzichte van de generatie schrijvers voor haar, zoals Su Tong, Yu Hua, Mo Yan, waar we de laatste jaren in het Nederlands kennis van konden nemen. Ook dat waren stuk voor stuk mooie boeken en originele geluiden, maar hun werk is gekenmerkt door een harde, onverschillige maatschappij vol geweld, waar de mensen vaak grof zijn – wellicht een reactie op de persoonlijke ervaringen van de auteurs tijdens de culturele revolutie. Zhang Yueran is veel zachter en speelser van toon. Al met al een prachtige bundel die nieuwsgierig maakt naar een roman van deze schrijfster. Hopelijk komt die er ook!
Zhang Yueran: Tien liefdes. Vertaald uit het Chinees door diverse vertalers onder redactie van Annelous Stiggelbout. De Geus, 301 blz. € 21,50
Sometimes translators get into the picture!
Voor wie mijn nieuwste vertaling nog niet heeft gelezen :-), hier een televisie-interview met mij dat hopelijk aanzet tot! Interview Mo Yan
Kenneth van Zijl spreekt met vertaalster Silvia Marijnissen over De sandelhoutstraf, de roman van Mo Yan. De chinese schrijver ontving in 2012 de Nobelprijs voor literatuur. De sandelhoutstraf is een grootse en waanzinnige vertelling voor mensen met een sterke maag. Over een man die zich verzet tegen buitenlandse invloeden in zijn land en dat moet bekopen met de gruwelijkste foltering denkbaar.
‘In een volgend leven zul je hiervoor worden beloond.’ Dat boeddhistisch getinte zinnetje komen we een paar keer tegen in Broers, de lijvige roman van Yu Yua, die in China in 2006 een omstreden bestseller was. Het wordt gezegd wanneer een personage uit mededogen iets voor een ander heeft gedaan zonder daar zelf beter van te worden – een opvallende uitspraak, want veel goedheid komt in het boek niet voor.
Broers schotelt ons een behoorlijk sombere wereld voor, vol geweld, smerigheid en hypocrisie. Het eerste deel, ongeveer een derde van het boek, speelt zich af tijdens de Culturele Revolutie. Het tweede deel speelt in de jaren dat China zijn economische boom beleeft, een tijdperk ‘van morele ontwrichting, frivoliteit en hedonisme’, aldus de auteur zelf.
Yu contrasteert die twee tijdperken: blind geweld lijkt te worden vervangen door blinde geldzucht. In beide gevallen sluiten de mensen hun ogen voor wat er zich afspeelt, oprecht medeleven is zeldzaam –maar weinigen zullen in een volgend leven worden beloond.
Tegen de achtergrond van die turbulente laatste halve eeuw volgen we het wel en wee van twee stiefbroers. De goedige Song Gang, de oudste, komt zelden voor zichzelf op en heeft daardoor moeite zich staande te houden. Zijn tegenpool, de zelfverzekerde Kaalkop Li, gaat met veel succes in zaken en kan uiteindelijk alles kopen wat hij wil. Maar hem is net zo min een gelukkig leven beschoren.
Het verhaal begint vrij onschuldig, wanneer Kaalkop Li, de jongste stiefbroer, als veertienjarige wordt betrapt terwijl hij naar de vrouwenkonten in de latrines gluurt. Alle mogelijke aspecten en gevolgen worden in geuren en kleuren verteld en er wordt keer op keer naar terugverwezen.
De banale anekdote krijgt er een absurd en onwerkelijk tintje door, en dat is tekenend voor de verteltrant van Yu: of het nu gaat om de pogingen van Kaalkop Li om zijn liefde te verklaren aan de mooie Lin Hong, de Grote Maagdelijke Missverkiezing die een handel in kunstmaagdenvliezen op gang brengt, of de affaire van de implantaatborsten van Song Gang, met alles wordt de draak gestoken.
Critici verweten Yu zijn ongenuanceerde beschrijvingen en zijn te negatieve beeld van het huidige China. Maar Yu heeft overduidelijk geen realistische beschrijving willen geven, al zijn er nog zoveel elementen die met de geschiedenis overeenstemmen.
Het hele boek staat juist in het teken van de overdrijving, wat een bewuste stilistische keuze is: Yu schrijft in een plat register, vertelt omslachtig, hanteert een relatief beperkte woordenschat, herhaalt informatie tot uitentreuren, maakt karikaturen van vrijwel alle personages en stapelt de ene groteske anekdote op de andere. Die groteske uitweidingen maken het boek vaak hilarisch – voor wie ervoor openstaat, want het is wel pure slapstick, die heel lang doorgaat.
Yu Hua, Broers. Vertaald door Jan De Meyer. De Geus, 861 blz. Bespreking in NRC Handelsblad op 1 maart 2013.