Selecteren

Een van de moeilijkste dingen bij het vertalen van Chinese poëzie (en proza) vind ik het selecteren. Ik kies teksten die mijzelf aanspreken en waarvan ik hoop dat Nederlandse lezers er ook wat in zullen zien. De eerste stap is meestal het kiezen van een dichter/dichters. En alleen dat is bij een taalgebied als het Chinees niet eenvoudig, want er werd en wordt zoveel geschreven in China, Taiwan en Hongkong dat de moeite waard is, en dan heb ik het nog niet eens over overzeese Chinezen… Hoe dan ook probeer ik bij de keuze van de dichters divers te zijn. Zo vertaalde ik in de loop der jaren ik al heel wat bundels uit het Chinees, en steeds weer om een heel andere reden: Hsia Yu, vanwege haar grappige en zinnelijke gedichten, Shang Ch’in om zijn haarscherpe, surrealistische beelden, Ye Mimi om haar speelse, springerige geest, Lo Fu om zijn beroemde bundel over wat oorlog met een mens doet. De gedichten van Chen Yuhong, de laatst gepubliceerde bundel, voelt door haar lyrische stijl juist weer heel intiem…

Zodra ik de keuze voor de dichteres/dichter heb gemaakt komt natuurlijk de volgende stap: Welke gedichten neem je op in een bundel als je er zo’n 50 mag selecteren (en de dichteres/dichter er soms wel duizend heeft geschreven)? Kies je representatief werk? Of universele gedichten die ook een Nederlandstalig publiek kunnen aanspreken? Of is het beter om te focussen op maatschappelijke geëngageerdheid, omdat dat de laatste jaren een steeds belangrijkere rol lijkt te spelen? Of juist heel toegankelijke werk omdat lezers misschien wel denken dat Chinese poëzie veel moeilijker is dan Nederlandse? Maar wat is moeilijk?

Dichter Wang Jiaxin merkte op dat hij hoopt dat lezers, uit welk land ook, de hedendaagse Chinese literatuur niet louter lezen om de Chinese samenleving, de politiek, of de culturele gewoonten te begrijpen, maar óók om zichzelf te begrijpen, vanuit een ander perspectief. Daar sluit ik mij graag bij aan, en in dat opzicht ging het kiezen van de gedichten van Chen Yuhong mij vrij gemakkelijk af, juist omdat zoveel van haar gedichten zo dichtbij lijken te staan, maar net een (voor mij) ander perspectief geven. Neem dit gedicht bijvoorbeeld:

IK WEET DAT JE BIJ HET MEER BENT

ik weet dat je bij het meer bent, in een
roerloosheid
onder een felle zon, ingeklemd
tussen regenbuien
de tijd vult in een oogwenk het hele meer
het meer is dubbelzinnig
tussenkleur, tussengebied
onbepaalde expressie
tijd is expressieloos
geen enkel bootje, geen gans
geen gemberbloem kent de diepte van het meer
of de capaciteit
ik weet niet of jij het meer zoekt
of dat het meer jou zoekt
(of de tijd zoekt)
ga je het meer in, wordt je gezicht ondergedompeld
in de tijd
in het asgroene vocht, seconde voor seconde
langzaam
vult het water van het meer
jou in z’n geheel

Ik kan in dit gedichtje heel gemakkelijk een persoon herkennen die voor een nieuwe levensfase staat, die wellicht op het punt staat in een ander leven (het meer) te duiken (voor een jongere bijvoorbeeld een studie, een baan), maar die nog niet zo goed weet wat het zal worden. Het lijkt dan een beetje alsof je ‘in limbo’ bent, roerloos; je staat als het ware even naast het meer, naast het leven. Een zin als ‘ik weet niet of jij het meer zoekt, of dat het meer jou zoekt’ kun je makkelijk vanuit het taoïsme begrijpen (waarin het toeval, het niet handelen, de niet-controle een belangrijk idee is). Maar dat hoeft niet, ook in onze cultuur bestaat de gedachte dat sommige dingen misschien even tijd nodig hebben, maar uiteindelijk wel op hun plaats zullen vallen. Je kunt dan niet altijd zeggen of je die dingen zelf bewust hebt opgezocht of dat ze vanzelf op je pad zijn gekomen. Maar in elk geval is het zo dat niemand anders (geen bootje, geen gans, geen gemberbloem) er echt iets over te zeggen heeft, want hoe diep ‘jouw meer’ is, en wat ‘jouw meer’ allemaal kan, dat weet je alleen zelf. Als je zelf even in zo’n tussentijd zit, dan is dit een heel rustgevend gedicht.

In zekere zin golft Chens poëzie vaak tussen ‘tegengestelden’: tussen oost en west, maar ook tussen schetsmatigheid en precisie, als impressionistische schilderijen.  Chens vrije verzen zijn vaak uitermate fluïde, doordat er erg weinig interpunctie in wordt gebruikt, wat regelmatig ambigue zinsstructuren oplevert. Om dat te benadrukken heb ik er in de vertaling ook voor gekozen om geen hoofdletters te gebruiken.

Steeds als ik klaar ben met het vertalen van een hele bundel, voel ik me altijd heel dicht bij het werk staan. Ik was dan ook blij om tijdens mijn laatste webinar ‘Chinese poëzie lezen’ te merken dat de deelnemers net zo enthousiast over Chen Yuhong bleken als ikzelf ben. Veranderlijk, fluïde, rust en verstilling, kwetsbaarheid en kracht waren de woorden die voorbijkwamen om uitdrukking te geven aan onze impressie van deze poëzie.

Desalniettemin ben ik toch benieuwd, wie dit leest: Waarom lees je wél of juist níet Chinese gedichten/verhalen/romans? Laat het me weten!
En ben je benieuwd wat Chinese poëzie jou kan brengen? Doen dan mee met de webinars van januari. https://www.silviamarijnissen.nl/leesclub-algemene-informatie/

Hoe kies je een titel?

Daar is ie dan, de bundel De zon verschrompelt tot een dwerg van de Taiwanese dichteres Chen Yuhong. Vanaf deze week ligt hij in de boekhandels, en bij mij op tafel! Al durf ik nooit goed in een pas uitgekomen vertaling te kijken, je zou maar een fout ontdekken…

In de gedichten van Chen Yuhong zie je een verlangen naar harmonie natuurlijkheid en eenvoud.  Of je die vindt is een tweede… Ik omschrijf haar werk graag als yin en yang: golvend tussen  complementaire  krachten: tussen oost en west (ze woonde jarenlang in Canada en vertaalt zelf uit het Engels) maar ook tussen schetsmatigheid en precisie, als in impressionistische schilderijen, of tussen fluïde verzen en een  strakke opbouw. Ook kan ze haar ideeën nu eens in uiterste eenvoud verwoorden en dan weer op licht surrealistische wijze.

Aan de publicatie ging natuurlijk heel wat werk vooraf: onderzoek naar woordbetekenissen, de achtergrond van de gedichten, grammaticale structuren, de klank van een gedicht. En daarnaast zijn er natuurlijk ook heel praktische dingen als het verzinnen van een titel en een omslag. Voor de titel kies ik vrijwel altijd een paar gedichttitels of regels uit de gedichten die passend lijken voor de bundel, en leg die aan de uitgever voor. Nu komt in deze bundel de maan als beeld vrij veel voor, als symbool voor het vrouwelijke, voor het luisteren naar je eigen stem. Uiteindelijk bleven er twee opties over: ‘Laat de maan zweten’ en ‘de zon verschrompelt tot een dwerg’, beiden titels van wat meer surrealistisch getinte gedichten.

Nu is het voor de reeks Chineestalige poëzie die ik tot nu toe voor het Poëziecentrum mocht samenstellen min of meer zo gelopen dat er een beeld van de dichter of dichteres op het omslag prijkt. Maar Chen Yuhong kon zich niet echt in dat idee vinden, ze gaat gewoon niet graag op de foto, en daarom kwam ze met de vraag of het schilderij dat nu op het omslag staat in aanmerking kon komen. Dat is gemaakt door Paul Chiang 江賢二, een  intrigerende en vooraanstaande Taiwanese schilder die jarenlang in Amerika woonde en werkte. Het schilderij heet ’transfigured night’ 淨化之夜 . En daarmee viel de titel voor mij ook op z’n plek, want de titel ‘de zon verschrompelt tot  een dwerg’ is mooi complementair bij de titel van het schilderij. Zon en maan maar beide getransformeerd. Cirkel rond.

De poëzie van Chen Yuhong is uitgegeven bij het Poëziecentrum. In de webinars die 22 november beginnen ga ik nader op haar werk in. Schrijf je hier in.

Meer over Paul Chiang is hier te horen en zien.

Definiëren. Wat doet een vertaler?

Vandaag, 30 september, is het de Internationale Vertalersdag. En dus hier een  door mij uit het Chinees vertaald gedichtje over vertalen, geschreven door de Taiwanese dichteres Chen Yuhong, die zelf uit het Engels vertaald. Op een zintuigelijke manier maakt Yuhong inzichtelijk hoe je als vertaler zo vaak zo lang om het juiste woord heen zit te draaien. En zoals altijd verweeft de dichteres veel natuurbeelden in haar verzen.

Chen Yuhong
DEFINIËREN

indien zonder dit
zonder raamwand
een sierkers, boeken, een grasgroen fluwelen tapijt
een middag
zonder foxtrot van de wind

zittend, bladeren en bladeren strelen
warm of koud
schouder aan schouder of oog in oog
koffie of thee, nadenkend
enkele in het zonlicht fluctuerende, bijna
ongrijpbare woorden
circle, glamour, blessing

perfect ronde cirkel. omringen.
een bij draait op de wervelingen
van de lucht, nadenkend over het van alle kanten aanvallende
magische rood van de sierkers
besluiteloos, maar uiteindelijk afgesloten

daarom is omcirkelen niet hetzelfde als omsluiten
magie is niet van een magiër
het is zegen, geluk, lot
beter nog is het gunst, een middag
indien
zonder jou
(bijna) ongrijpbaar

Zweedse prijs voor de Taiwanese Chen Yuhong

Deze week werd bekend dat de Taiwanese dichteres Chen Yuhong de Zweedse Cicada-prijs voor haar hele oeuvre heeft gekregen. Wat een verrassing voor haar! En toevallig was ik net sinds januari bezig een selectie van haar werk te vertalen.

De jury omschrijft haar werk als “characterized by strong musicality and sensuality, as well as a proximity to nature that exhibits the same mixture of awe and longing for exploration as Harry Martinson’s.”

De prijs is vernoemd naar de gelijknamige bundel uit 1953 van deze Zweedse Nobel Prijswinnaar. De atoombommen op Japan en de uitvinding van de waterstofbommen hadden een grote impact op het werk van Martinson, die een grote interesse had voor de Japanse, Koreaanse en Chinese literatuur. De initiatiefnemers van de prijs geloven dat poëzie uit die landen wereldwijd meer aandacht verdient, en daarom wordt de prijs, sinds 2004, ieder jaar uitgereikt aan een Oost-Aziatische dichter die “in the spirit of Harry Martinson, protects the inviolability of life.”

Wat een mooi streven en hoe passend dat Chen Yuhong deze prijs ten deel is gevallen, eens te meer wellicht omdat zij zelf ook als poëzie vertaalster werkt, van niet de minsten schrijvers: Ann Carson, Carol Ann Duffy, Margaret Atwood, Sappho….

Het werk van Chen Yuhong is erg divers, maar vertrekt vrijwel altijd vanuit natuurbeelden. Hier twee gedichtjes uit haar bundel , die 19 oktober in het Nederlands verschijnt bij het Poëziecentrum, met als titel “De zon verschrompelt tot een dwerg”.

DE MIST DIE DAG
de bomen die dag
omarmden de berg
als een groene slang
de vulkaan had toverkracht
warme bronnen waren
een kokend voorspel
de wind zacht
masserend
de vallei hield de adem in
de lucht was loom
alles was voldoende
en zo
verscheen
de mist
in de mist zagen wij
miscanthus
wrijven tegen
elkaars slapen
de mist die dag
verspreidde zich naar onze ogen
in de verte de gezangen uit de tempel
wij luisterden
luisterden
zonder te zoeken

 

PARTHENOGENESE

onze geschiedenis begint in het perm.
we verlangen maar weinig, aan het sap van de cycaspalm hebben we al  genoeg.
bij warm weer planten wij ons aseksueel voort via meiose, generatie na generatie, als ovoviviparie is elk kind een perfecte kopie. wanneer het koud wordt, laat het gebrek aan zonlicht en voedsel ons gebrekkige kinderen voortbrengen. sommigen worden geboren met amblyopia, anderen hebben geen vleugels of mond; het zijn allemaal puur mannetjes, met een onvolledig X-chromosoom, hierdoor zijn ze niet in staat zich zelfstandig te reproduceren.
het elimineren van fouten is een natuurwet.
zodoende hebben wij bladluizen een stabiele vrouwenwereld.

Het volledige jury rapport prijs vermeldt:

The 2022 Cicada Prize is awarded to Taiwanese poet Chen Yuhong “for her poetry characterized by strong musicality and sensuality, as well as a proximity to nature that exhibits the same mixture of awe and longing for exploration as Harry Martinson’s. ” The prize, which is awarded with the support of the Swedish Institute, consists of SEK 30,000 and a work of art by ceramic Gunilla Sundström, and is awarded every year to an East Asian poet who, in the spirit of Harry Martinson, protects the inviolability of life.

Chen Yuhong was born in 1952 in Kaohsiung, Taiwan. As a young girl, she studied English and foreign literature at the Wenzao Ursuline College of Languages in Kaohsiung, but classical Chinese literature was also included in the education. Among her sources of inspiration are writers such as Rilke, Czesław Miłosz and Jaques Prévert, but also Chinese poets from the Tang and Song dynasty, as well as Buddhist and Daoist philosophy.
She debuted in 1996 with Guānyú shī, and has these days released her eighth collection of poems. In her deeply musical poetry, ecstatic sensuality is blended with meditative calm.

Chen Yuhong also works as a translator. She lived for more than a decade in Canada and has translated a number of works by Canadian and American writers such as Margaret Atwood, Anne Carson and Louise Glück. Like Glück and Carson, she is also interested in European antiquity and has written, for example, the poetry collection Su intresserady tern (2004), where her own poems are in dialogue with translated Sappho fragments.

Een nieuwe vertaling, associaties bij poëzie

Sinds enkele weken werk ik aan een selectie van vijftig gedichten van de dichteres Chen Yuhong 陳育虹. Ik lees, selecteer en maak de eerste vertalingen, dat wil zeggen: ik maak eerste ruwe versies. Die begintijd is altijd een leuke, eentje van grasduinen en ontdekkingen doen, eromheen lezen, voordrachten op youtube beluisteren. Beetje bij beetje doordringen tot de essentie van deze poëzie. Nadenken over de woordkeuze, de woordvolgorde.

Chen Yuhong werd geboren in 1952 in Kao-hsiung, Taiwan. Ze publiceerde haar eerste poëziebundel in 1996, relatief laat voor een poëziedebuut, maar inmiddels behoort ze tot de meest gerenommeerde dichters van het land. Zelf werkt ze ook als vertaalster, en niet van de minste schrijvers: ze publiceerde onder meer selecties gedichten van Sappho, Louise Glück, Margaret Atwood, Carol Ann Duffy, Ann Carson, Elisabeth Bishop. Hoewel Chen in haar werk wel vaker naar andere schrijvers refereert, zoals bijvoorbeeld naar klassieke Chinese poëzie als die van Li Qingzhao of Li Bai, is duidelijk dat vooral de schrijfsters die ze zelf heeft vertaald haar diep hebben geïnspireerd; onderhuids is de invloed van de klassieke poëzie ook voelbaar. Haar gedichten, nu eens met heel korte, dan weer met heel lange regels, zijn gedetailleerd en precies: met aandacht kijkt ze naar de wereld om haar heen en beschrijft die met gevoel voor evenwicht tussen beeld, structuur, betekenis en klank.

Hier een kort gedichtje, in het Chinees met mijn eerste, vrij getrouwe vertaling, vooral om straks in het najaar als de bundel uitkomt te zien wat er van die eerste vertaling is overgebleven! Want dit gedichtje lijkt heel simpel, alsof ik het vrij woordelijk in het Chinees kan omzetten. Misschien had Google Translate of Deeple het wel kunnen doen!

詩的聯想

詩是給將來的
你想到鏽紅的酒,壓抑
緩慢的滲透,沁
你想到泡沫
泡沫的閃躲,漂浮,顫慄

詩是給將來的,但愛
愛必須在現在
你想到懸崖
融化的懸崖,你順勢
滑了下去

associaties bij poëzie

poëzie is voor de toekomst
je denkt aan roestige wijn, ingehouden emoties
traag infiltreren, doorsijpelen
je denkt aan bubbels
wijkende bubbels, drijvend, bevend

poëzie is voor de toekomst, maar liefde
liefde is voor nu
je denkt aan een klif
een smeltende klif, waarlangs je zo
naar beneden glijdt

Er zijn verschillende dingen om in de vertaling over na te denken, zoals het verband tussen regel 2 en 3: de ingehouden emoties lijken datgene dat langzaam infiltreert, maar het verband is losjes omdat er letterlijk staat: “trage infiltratie”. De 泡沫 in regel 4 en 5 betekent: “schuim” of “bubbels”, maar schuim heeft in het Nederlands misschien een wat negatieve connotatie. Letterlijk is het Chinees in regel 5 omgekeerd: “het ontwijken, drijven, beven van bubbels/schuim”. Het 閃躲 betekent “ontwijken”, maar ik zie dat een Engelse en Franse vertaling spreken van “effervescing” en “effervescentes”. Zie ik iets over het hoofd? In de zevende regel staat letterlijk: liefde moet in het nu zijn, en het 順勢 in de negende regel is lastig goed op te lossen; het betekent: “zonder er moeite voor te hoeven doen, gemakkelijk”.

En wat zijn mijn associaties bij deze poëzie? Door de structuur worden poëzie en liefde niet enkel gecontrasteerd, maar naar mijn idee vraagt dit gedicht ook naar de relatie tussen poëzie en liefde. Ze worden als verschillend voorgesteld, de een voor de toekomst, de ander voor nu, maar toch… poëzie gaat zo vaak om liefde (in allerlei vormen), en liefde kan zo poëtisch zijn! En is poëzie voor de toekomst of juist ook voor nu? Of andersom: is liefde echt vooral voor nu of toch ook voor de toekomst? Mooi aan dit gedicht vind ik ook dat het een open einde heeft, want is het nu eigenlijk wel of niet fijn om langs een klif naar beneden te glijden?

En even voor de lol; dit maakt Google Translate ervan:

poëtische associatie

Poëzie is voor de toekomst
Je denkt aan roestige rode wijn, deprimerend
langzame penetratie,
je denkt aan bubbels
Ontwijken, zweven, trillen van het schuim

Poëzie is voor de toekomst, maar liefde
liefde moet nu zijn
denk je aan kliffen
Smeltende kliffen, u profiteert ervan
Naar beneden glijden

En Deeple:

Gedichten van vereniging

Poëzie is voor de toekomst
Je denkt aan roestige rode wijn, verdrongen
Langzaam sijpelend, doordringend
Je denkt aan bubbels
Een luchtbel van ontwijken, zweven, trillen

Poëzie is voor de toekomst, maar liefde
Liefde moet nu zijn
Je denkt aan een klif
Een smeltende klif, je glijdt naar beneden
En naar beneden glijden

Als ik dat lees, geloof ik dat ik als poëzievertaler voorlopig nog niet overbodig zal zijn.