Keizer op een koord

Macht en vrijheid, ze houden de wereld gaande. Zo ook de wereld van Duanbai, die op zijn veertiende onverwachts, in de plaats van zijn oudere halfbroer, op de troon belandt van het ooit zo fiere keizerrijk Xie. De Chinese auteur Su Tong, in Nederland bekend van Rijst, Drie lantaarns en De rode lantaarn (waarop Zhang Yimou zijn film Raise the Red Lantern baseerde), laat de keizer zijn relaas doen in de roman Mijn leven als keizer, die net in vertaling is verschenen.

Het boek lijkt een waar gebeurd verhaal te vertellen, inclusief zogenaamde correcties of aanvullingen van Duanbai op de Geheime hofgeschiedenis van Xie, maar dat is schijn: Duanbai en het keizerrijk Xie hebben in werkelijkheid nooit bestaan en Su Tong waarschuwt zelf dan ook in zijn voorwoord dat hij zich heeft willen overgeven ‘aan een zorgeloze zwerftocht door mijn innerlijke wereld. Ik wilde me onder-dompelen in duizend jaren Chinese cultuur.’ Het resultaat is een zinderende roman, die ons een paradoxaal beeld van macht en vrijheid biedt.

Al direct na zijn troonsbestijging laat de bangelijke keizer het landsbestuur, waar hij niks van begrijpt, maar al te graag over aan zijn heerszuchtige grootmoeder. Uit machtswellust zijn zij en de meeste andere personages in het boek tot alles in staat, en Duanbai leert snel bij: het laten uitrukken van de tongen van de verstoten concubines die zijn nachtrust verstoren is maar het begin – de almachtige keizer heeft immers de vrijheid om te doen wat hij wil? Maar pas wanneer hij na acht jaar wordt afgezet, leert Duanbai echte vrijheid kennen. Dan kan hij zijn lang gekoesterde droom om koorddanser te worden vervullen en geleidelijk aan wordt Duanbai ‘menselijker’; als ‘Keizer van het Koord’ krijgt hij het inzicht in de wereld en in zijn leven dat hem als echte keizer ontbrak.

Tegen de achtergrond van een rijk in verval worden de hofintriges met hun wreedheden breed uitgesponnen. Die zijn huiveringwekkend maar worden toch haast achteloos verteld. Duanbai zelf lijkt vaak een toeschouwer, en alleen als iets hem persoonlijk raakt, is hij soms in staat actie te ondernemen. Dat is vaak frustrerend voor de lezer, maar het past wel goed bij het perspectief van de naïeve keizer die te jong op de troon is gezet. Tegelijk is het ook typisch voor het werk van Su Tong, die sadistische trekjes als een essentieel en onomkeerbaar onderdeel van het maatschappelijke leven lijkt te zien. Hij is niet de enige.

Recensie in NRC Handelsblad van:
Su Tong: Mijn leven als keizer. Vertaald door Mark Leenhouts. De Geus, 320 blz.